Ontstaan Arja Thuiszorg

Arja Thuiszorg is ontstaan vanuit een persoonlijke  ervaring van de eigenaren met thuiszorg in Nederland voor mensen met een andere culturele achtergrond. Omdat er niet in de behoefte van omgaan met culturele verschillen kon worden voorzien, is van daaruit de wens ontstaan om zelf een thuiszorg organisatie op te richten die wél in deze behoefte voorziet.

Problemen met taal en omgangsvormen doen zich met name voor bij de eerste generatie ouderen met een andere culturele achtergrond. Door onbegrip voor culturele verschillen matcht het niet en ontstaat er een ongewenste situatie, zowel voor de cliënt als de zorgmedewerker. Er is geen vertrouwen meer.
De zorgmedewerkers van Arja Thuiszorg hebben kennis van en oog voor dit soort culturele verschillen. Arja Thuiszorg bereikt haar cliënten via taal en cultuur en dat wordt als zeer waardevol ervaren, zowel door cliënten als ketenpartners.

Roein Akbari
“Ik werk sinds 2007 in de gezondheidszorg. Ik ben mijn carrière begonnen als apothekersassistent. Na zes maanden in een apotheek te hebben gewerkt, zocht ik meer uitdaging en heb de opleiding tot  HBO verpleegkundige niveau 5 gedaan. Wat me erin aantrok, is dat het een heel veelzijdig vak is. Met name de geestelijke gezondheidszorg intrigeerde mij. Vanaf het 3e jaar van de opleiding deed ik de specialisatie sociale psychiatrie, waarbij de nadruk ligt op psychiatrie. In 2011 ben ik afgestudeerd. Vanaf 2010 heb ik fulltime gewerkt als GGZ verpleegkundige bij een GGZ instelling. Dat werk heb ik altijd met heel veel plezier gedaan. Hoe krijg je mensen in beweging? Wat bedoelt de cliënt? Welke boodschap schuilt erachter? Daar ligt mijn interesse. Mijn ervaring vanuit de GGZ kan ik goed gebruiken bij Arja Thuiszorg. Psychiatrie in Afghanistan, waar ik vandaan kom,  is niet anders. Maar het is daar niet gebruikelijk om traumatische gebeurtenissen te delen, ook niet met je familie. Door mijn ervaring in de GGZ kan ik die problemen goed signaleren en tijdig doorverwijzen naar de juiste instelling. Hierin zijn wij onderscheidend.”